''RKC leeft weer, van alle ontwikkelingen ben ik daar nog het meest trots op''

Ondanks dat de competitie voortijdig werd stilgelegd en het huidige seizoen pas in september werd aangevangen, kende RKC een druk jaar. Coronamaatregelen moesten getroffen worden in en om het Mandemakers Stadion, en ook de selectie moest in de zomer worden voorzien van vers bloed. Het einde van het jaar is een goed moment om even stil te staan en het gesprek aan te gaan met algemeen directeur Frank van Mosselveld; over het leiden van een club in coronatijd, de veranderingen die afgelopen zomer hebben plaatsgevonden en de toekomst.

Afgelopen zomer is er op zowel organisatorisch als op spelertechnisch gebied een hoop veranderd. Hoe heb jij deze hectische periode ervaren?
“We hadden in tegenstelling tot vorig seizoen juist heel erg lang de tijd om te selectie samen te stellen en te kijken naar de juiste spelers. In 2019 promoveerden we natuurlijk vrij onverwacht en moesten we ineens gaan schakelen om een selectie samen te stellen op Eredivisieniveau. Nu was de competitie door corona stilgelegd, is deze niet meer hervat en werd het seizoen beëindigd. De start van het nieuwe seizoen was juist uitgesteld en de transferdeadline liep tot begin oktober, dus we hadden behoorlijk wat tijd om spelers goed in kaart te brengen die ons zouden kunnen versterken. In die periode hebben we natuurlijk als club ook de volgende stap gezet met de aanstelling van Mo Allach. Voetbal is onze core business en die verbreding en verdieping op technisch gebied was zeer welkom. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in de selectie die we nu hebben. We merkten wel dat de transfermarkt erg stroperig begon. Daardoor kwamen nieuwe spelers pas later binnen dan normaal. We hebben bewust soms wat langer gewacht en geen overhaaste beslissingen gemaakt, waardoor er buitenkansjes ontstonden. Ik durf namelijk wel te stellen dat we nu jongens hebben rondlopen die normaal nooit voor RKC zouden spelen. We hadden een belangrijke stelregel, waarbij een nieuwe speler echt beduidend beter moest zijn dan hetgeen dat we hebben of hadden. Dat heeft geresulteerd in de selectie die er nu staat en ik denk dat we daar wel tevreden over mogen zijn.”

RKC heeft zich in de afgelopen periode ook versterkt met jongens die een schat aan ervaring hebben. Speelde dat bewust mee in het aantrekken van hen?
“Je hebt natuurlijk vorig jaar een seizoen gehad dat je plotseling promoveerde, terwijl de selectie toen al voor 90% rond was. Toen had je dus met een hoop jongens die voor het eerst op dat Eredivisieniveau gingen spelen. We hebben allemaal gemerkt dat we qua voetbal totaal niet onderdeden voor de tegenstander, maar op belangrijke momenten die punten niet binnenhaalden. Dat had deels met kwaliteit te maken maar ook deels met ervaring. Met de komst van meerdere ervaren jongens hebben we daar inderdaad bewust op ingespeeld.”

“Momenteel zitten we in de fase waarin we het opgebouwde technische vlak en de faciliteiten ten volle willen benutten”

De afgelopen maanden waren voor iedere club erg uitdagend. Wat is voor de club RKC de grootste impact die de huidige pandemie heeft gehad?
“Ik denk dat dat voor de meeste clubs wel redelijk hetzelfde is. Je moet binnen de spelersgroep enerzijds zorgen dat de focus op het voetbal en presteren ligt, maar anderzijds moet je alles dusdanig inrichten volgens de maatregelen en ervoor zorgen dat iedereen zich daar strikt aan houdt. Dat is wel een balans waar je elke dag mee bezig bent. Want nogmaals, je wilt dat de focus van de selectie en staf ligt op het voetbalaspect, maar daarvoor is het naleven van de maatregelen essentieel. Ik denk dat we het in zeer korte tijd goed voor elkaar hebben gekregen hier. Als je ziet wat we met de organisatie voor werk verricht hebben in het inpassen van de maatregelen in en om het stadion, dan is dat bewonderenswaardig. Helaas hebben we maar één competitiewedstrijd met gedeeltelijk publiek kunnen spelen, maar we hopen dat het moment dat het wel weer mag zo snel mogelijk komt. Daarvoor is de grootste uitdaging om ons allemaal aan strikt aan de maatregelen te houden. We hebben bij RKC natuurlijk zelf meegemaakt hoe snel het kan gaan, ondanks de getroffen regelingen.”

Want wat heeft de club concreet aan maatregelen gedaan om op een zo veilig mogelijke manier te kunnen voetballen?
“Allereerst heeft de KNVB een protocol uitgebracht, wat wij zelf volledig herschreven hebben naar ons eigen stadion. Vervolgens hebben we daar ook de invulling aan gegeven. Denk hierbij aan routingen, in het hoofdgebouw maar ook in het stadion zelf, en ook de hele seating opnieuw ingericht. Alle vakken zijn geplaceerd. De hygiënemaatregelen en voorzorgsmaatregelen zijn overal getroffen. Ten aanzien van de spelers zijn er natuurlijk ook dingen veranderd. Zo wordt de lunch in pakketjes gemaakt en meegegeven, en eten ze dus niet meer op de club. Het omkleden gebeurt nu in zes kleedkamers in plaats van in één. Spelers zijn dus alleen op de club om om te kleden en te trainen. Op deze manier probeer je in ieder geval op en rondom de club alles zo goed mogelijk in te richten.

Tegelijkertijd weet je dat iedereen een eigen privésituatie en sociale contacten heeft, dat kun je niemand verbieden. Uiteindelijk is de kans groter dat iemand daar iets oploopt dan hier op de club. Op dat moment is het zaak, en ik denk dat we dat wel aardig voor elkaar hebben, dat bij een besmetting het virus niet de kans krijgt om een uitbraak te veroorzaken. Een groot onderdeel daarvan is het reguliere testbeleid. Het wekelijkse of soms zelf twee keer in de week testen. Dat is een grote kostenpost, maar daardoor heb je wel inzicht in situaties die in de maatschappij niet aan het licht komen. Neem bijvoorbeeld de positieve tests binnen de club afgelopen oktober. 70% van die positieve gevallen waren zonder klachten. Die gaan normaal niet naar de GGD of de dokter, maar kunnen mogelijk wel andere mensen besmetten. Wat dat betreft zou je het betaald voetbal als het meest specifieke gezondheidsonderzoek van de maatschappij kunnen bestempelen.”

Als we kijken naar de organisatie binnen RKC, is er ook daar veel veranderd. De directie is uitgebreid, spelers zijn voor meerdere jaren vastgelegd en ook de technische staf staat. Er is dus een fundament gebouwd voor de komende jaren. Wat is hierbij de doelstelling van de club?
‘’We hebben de afgelopen jaren geprobeerd de club vanuit de visie die wij voor ogen hebben weer terug op te bouwen. Het ontwikkelen van spelers en mensen staat centraal en daarbij was de eerste fase om de faciliteiten te professionaliseren. Daarvan kunnen we wel zeggen dat dat gelukt is. Daarna kwam de tweede fase om de organisatie verder te verbreden en te verdiepen. Nu zitten we eigenlijk in fase drie, waar de aanstelling van Mo Allach ook erg belangrijk in is, om dat technische vlak en de faciliteiten ten volle te gaan benutten. Dat wil zeggen dat je ook daadwerkelijk spelers zichzelf laat ontwikkelen, stappen laat maken, om uiteindelijk te verkopen. We zijn dan ook blij dat we bepaalde sleutelposities en –spelers, waarvan wij denken dat ze veel potentie hebben, voor langere tijd hebben kunnen vastleggen. Daarmee verstevig je het fundament voor de toekomst en ook de waarde op het veld, waarbij je met de verkoop van daaruit weer verder door kunt bouwen. Uiteraard is het in deze tijd afwachten hoe de markt zich gaat ontwikkelen, maar ik denk dat we nu een goede mix hebben tussen spelers die direct van waarde zijn en jonge talenten die de kwaliteit om de stap ooit te kunnen maken. Het één moet het ander versterken, en ik denk dat we de goede weg zijn ingeslagen.’’

En waar moet dat binnen nu en een aantal jaar sportief tot leiden? 
‘’Dat is altijd moeilijk te zeggen. Laat ik vooropstellen dat we altijd één van de twaalf clubs in Nederland zullen blijven die schipperen tussen Eredivisie en Eerste Divisie. Het is aan ons om op het moment dat wanneer we een keer degraderen niet direct terug vallen naar de onderste regionen, maar we wel altijd blijven meedraaien in de top zes waardoor je ieder jaar de kans hebt om weer te promoveren. Wanneer je Eredivisionist bent, zoals nu, doe je binnen je mogelijkheden er alles aan om daar te blijven. De strategie van de club blijft echter het ontwikkelen en verkopen van spelers. Daarmee creëer je weer kapitaal. Anderzijds zal onze begroting nooit van 7,5 miljoen naar 15 miljoen gaan, zo reëel moeten we ook zijn. Ik denk dat er minimaal 15 á 16 miljoen nodig is om te kunnen zeggen: wij zijn een stabiele Eredivisionist. En dan nog heb je geen garanties. Ook is het maar afwachten wat de toekomst brengt, met bijvoorbeeld de plannen die nu ontwikkeld worden met betrekking tot de BeNe-Liga en wat dat doet voor de Nederlandse competitie. Daarnaast, wat gaat die coronaperiode doen met sommige BVO’s die het wel heel moeilijk hebben? Ons beleid is in ieder geval gericht op zo lang mogelijk in de Eredivisie te spelen, en zodra we daar niet spelen om er weer te komen. Centraal staat daarbij het ontwikkelen van spelers en daarmee waarde creëren op het veld.’’

''We hebben een goede mix tussen spelers die direct van waarde zijn en jonge talenten met de kwaliteit om de stap ooit te kunnen maken''

Je hebt nu samen met Mo Allach en Fred Grim een soort drie-eenheid. Hoe is die samenwerking?
‘’Het bevalt uitstekend, al is het tegelijkertijd nu met corona wel wat lastiger. Het liefst wil je natuurlijk elke dag even met elkaar zitten om zaken te bespreken. Dat maakt het door de maatregelen wat lastiger, maar de samenwerking ansich verloopt heel prettig en we vullen elkaar goed aan. Fred kan zich echt richten op het team, Mo op het ontwikkelen van de selectie, waarbij de scouting zichzelf ook flink aan het ontwikkelen is. Mijn rol daarin is helder, op het moment dat er beslissingen moeten worden genomen dan doen we dat samen.’’

Dan hebben we ook nog de supporters en de sponsoren, die bleven de club de afgelopen periode trouw, verlengden seizoenkaarten en sponsorcontracten. Wat zegt dat over de betrokkenheid van de achterban bij de club? 
‘’Dat die betrokkenheid groot is, heel groot. Ik heb alleen maar respect voor de mensen die in deze moeilijke periode achter de club blijven staan, dan wel als seizoenkaarthouder ofwel als sponsor. De keuze om de club te blijven steunen tegen full support is prijzenswaardig. Het is geweldig om te zien dat zo goed als alle sponsoren verlengd hebben en dat we ook zo’n 2000 seizoenkaarthouders hebben die ondanks deze onzekere tijden toch de club trouw zijn gebleven. Dat sterkt alleen maar de gedachte hoe de club in korte tijd weer is gaan leven bij iedereen en hoe we er als club in de regio voorstaan. Van alle ontwikkelingen ben ik daar nog wel het meest trots op.’’